Met de ogen op pad gaan

De voeten gaan op pad.
De ogen zijn het zat.
Toch gaan, op weg.
Zowat blindelings, zeg.

En dan opeens is het te doen.
Te lopen met fatsoen.
Als ik kijk in de blauwe lucht.
En slaak een diepe zucht.

Waar het door komt dat ik zo loop.
Is vooral de goede hoop.
Vanwaar ik ga, ga ik met goede moed.
Het lopen buiten doet me goed.

Het terugkeren vaak met een tevreden gevoel.
De omgeving doet mij soms een heleboel.
Gezond is het in ieder geval buiten.
Ik loop soms zelfs te fluiten.

Bea Speksnijder
28-02-2019